Met andere auto van de zaak op vakantie
U hebt een auto van de zaak, maar voor een autovakantie met uw gezin is deze aan de krappe kant. Of u rijdt elektrisch, maar bij uw bestemming zijn te weinig oplaadpunten. Is het fiscaal handig om tijdelijk met een andere auto van de zaak te gaan rijden? Stel u gebruikt normaliter auto A en in augustus een andere auto van de zaak (auto B).
Situatie 1: U rijdt met auto A dit jaar meer dan 500 kilometer privé.
Over auto A betaalt u 12 maanden bijtelling en over auto B één maand.
Tip: Als u auto A in augustus inlevert, bespaart u 1 maand bijtelling over auto A. U beschikt dan immers slechts 11 maanden over auto A en 1 maand over auto B.
Situatie 2: U rijdt met auto A dit jaar minder dan 500 kilometer privé.
U houdt een kilometeradministratie bij om bijtelling te voorkomen. In de vakantiemaand rijdt u met auto B meer dan 42 kilometer (1/12 van de 500-kilometergrens). In deze situatie hebt u over auto A geen bijtelling en over auto B één maand. U beschikt het hele jaar over auto A en daarnaast 1 maand over auto B.
Tip: lever in situatie 2 auto A niet in. U rijdt waarschijnlijk in auto B meer dan 42 kilometer (1/12 van 500 kilometer). Daarmee overschrijdt u tijdsevenredig de 500-kilometergrens. Dat werkt dan door naar het hele jaar, ook voor auto A. U moet dan dus 11/12 bijtellen over auto A en 1/12 over auto B. Ook al rijdt u met auto A minder dan 458 kilometer (11/12 van de 500 kilometergrens)!