ZZP Pensioen van start
Sinds 15 januari 2015 kunnen zelfstandigen pensioen opbouwen met het ZZP Pensioen. De regeling wordt uitgevoerd door het pensioenfonds APG.
De deelnemer bepaalt zelf de uitkeringsduur van de pensioenregeling en hoeveel en wanneer hij of zij stort. Bij overlijden gaat het opgebouwde pensioenvermogen naar de nabestaanden.
Fiscaal gezien is deze regeling echter geen pensioenregeling. Hoe zit dat?
Met de AOW zorgt de overheid voor een basispensioen. Dit is de 1e pijler pensioen. Veel werknemers bouwen verplicht pensioen op in de 2de pijler. Werknemers die niet in een pensioenregeling zitten en alle anderen moeten zelf iets regelen in de 3de pijler. In de 3e pijler zitten alle lijfrentepolissen en lijfrentespaarrekeningen.
Het ZZP pensioen is een zogenaamd lijfrentebeleggingsrecht en zit in de 3e pijler. De inleg wordt collectief belegd, maar op individuele basis bouwt men een kapitaal op.
Met dit kapitaal wordt een uitkering aangekocht. Wanneer het ZZP Pensioen kan laten uitkeren, hangt af van de AOW-leeftijd. Men kan het pensioen al voor deze leeftijd laten uitkeren, maar dit heeft wel gevolgen voor de uitkeringsduur waaruit gekozen kan worden. Feitelijk is er dus geen verschil tussen ZZP-pensioen of andere 3e pijler-voorzieningen.
U heeft de mogelijkheid het opgebouwde oudedagsvermogen te gebruiken als buffer bij arbeidsongeschiktheid. Sinds 2015 mag het opgebouwde kapitaal worden opgenomen wanneer u langdurig arbeidsongeschikt wordt en de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. De opname is wel gemaximeerd.
Verschil tussen ZZP-pensioen en overige derdepijler-voorzieningen: Eind 2014 heeft staatssecretaris Klijnsma het voornemen bekend gemaakt te zullen regelen dat bij een beroep op de bijstand het opgebouwde oudedagsvermogen niet meetelt als vermogen in de vermogenstoets. Dit geldt nu al voor opgebouwde pensioenrechten in de 2e pijler, maar niet voor lijfrentepolissen en vermogen in lijfrentespaarrekeningen.