Meer tijd voor vestigen vruchtgebruik na overlijden
Vaak wordt na het overlijden van de eerste ouder een vruchtgebruik gevestigd ten gunste van de andere ouder. De kinderen krijgen dan het zogenaamde bloot eigendom.
Dit bloot eigendom heeft wel een zekere waarde, maar de kinderen hoeven dit toch niet aan te geven in Box 3. Bij de langstlevende ouder wordt namelijk de volledige waarde van de goederen in aanmerking genomen. In de praktijk gebeurt dit vaak met de eigen woning. De ouder die in de woning blijft wonen kan dan de eigenwoningregeling blijven toepassen.
Deze regeling gaat echter pas gelden als het vruchtgebruik juridisch is gevestigd. In de praktijk blijkt het vaak niet haalbaar om het vruchtgebruik te vestigen vóór de eerste peildatum voor box 3 na het overlijden. Dit probleem is onderkend door het Ministerie van Financiën. In een besluit van 8 mei is goedgekeurd dat deze gunstige regeling terugwerkt tot de eerste peildatum na het overlijden, op voorwaarde dat het vruchtgebruik binnen twee jaar na het overlijden van de ouder juridisch formeel is gevestigd.