Groot deel landgoed hoorde bij eigen woning
Soms blijft het de vraag of een perceel, dat ligt bij een woning, behoort tot de eigen woning, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is: een zogenoemde aanhorigheid. Zo bleef onduidelijkheid bestaan over de vraag of een landgoed feitelijk in zijn geheel of slechts gedeeltelijk aanhorig was aan een woning.
Rechtbank Gelderland boog zich over deze vraag. In de desbetreffende zaak stelde een echtpaar dat hun gehele landgoed bestaande uit opstallen, weg, water, grasland, weiland, bouwland, hooiland en kade tot de aanhorigheid van de eigen woning behoorde. Het echtpaar wilde dan ook 100% van de betaalde rente op de eigenwoningschuld in aftrek brengen. Maar de inspecteur beperkte de aftrek tot 80% van de hypotheekrente, want de hypothecaire lening was volgens hem slechts voor dit gedeelte toe te rekenen aan de woning (inclusief aanhorigheid).
De rechtbank oordeelde op basis van overlegde foto’s en de toelichting hierop dat alleen de waterpartij en het (half)natuurlijk grasland niet aanhorig waren aan de woning. De rechter achtte de toerekening van de hypotheekrente voor 5% aan dit niet aanhorige deel redelijk, en volgde het nadere standpunt van het echtpaar dat 95% van de hypothecaire geldlening was toe te rekenen aan de rente over de eigenwoningschuld. De rechtbank verklaarde het beroep van het echtpaar gegrond en verminderde het belastbaar inkomen uit werk en woning.